Inhaltsbereich
Kloster Gravenhorst NL
De Zisterzienser-orde ist een benediktijnse reformatie-orde, die door Robert von Molesme in 1098 te Citeaux in Bourgondië (Frankrijk) gesticht werd. Onder Bernhard von Clairvaux (1090 tot 1153) breidde deze orde zich uit over West- en Middeneuropa.
De Zisterzienser hebben grote bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van landbouw, handwerk, kunst en wetenschappen Ook in het Tecklenburger Land onstonden in de 13de eeuw Zisterzienserinnenkloosters: Leeden, Schale en Gravenhorst.
Toch vinden we enkel in Gravenhorst een nog volledig bewaarde kloostergemeenschap. Het is het enige in Duitsland waarvan de gebouwen verregaand onaangetast zijn.
Het Kloster Gravenhorst is niet op de tekentafel ontstaan, het is in de loop van de eeuwen geleidelijk gegroeid. Van de Gotiek, naar de Renaissance, over Barock tot in de bouwstijl van onze huidige tijd hebben de kunstperioden hun eigen sporen nagelaten op het klooster. In de eerste 550 jaar richtten de nonnen het klooster sober in, naar hun eigen smaak en mogelijkheden. Toen zij het klooster verlaten hadden, diende de kloostergemeenschap gedurende de daaropvolgende 200 jaar eerst als dampmachinenfabriek, boerderij en taverne, daarna zelfs als militair depot en gevangenis; na de oorlog werden er in de abdij champignons geteeld.
Na een belangrijke restaurantie staat het voormalige klooster nu al sinds mei 2004 publiek ter beschikkels als “DA - Kunsthaus Kloster Gravenhorst”.
Het Kloster Gravenhorst is eigenlijk een gelukkige toevalstreffer geweest, want het moest als enige het treurige lot van de andere abdijen niet ondergaan. De proporties van de kerk, de gebedsvertrekken, de agrarische gebouwen, maar ook van de tuin, de grachten de vijvers, zijn tot de dag van vandaag nog herkennen.
Een paar dingen zullen de bezoeker al bij de eerste aanblik opvallen. Andere zaken liggen meer verborgen en vragen wat verbeelding en de wil om aanwijzingen te zoeken en te interpreteren. Zo vinden we bevoorbeeld resten van afgebroken muren in de kerk, dichtgemetselde ingangen en vensters, beginselen van gotische rondbogen, een wenteltrap en de overblijfselen van een schoorsteenmantel terug. Aan sommige van deze “stenen getuigen” zijn grote verhalen verbonden. En sommige van deze verhalen vertellen over mensen, die lang voor onze tijd leefden, maar wiens lotgevallen ons nog totop de dag van vandaag nog raken.
Met het nodige respect bekijken we het vaak karige leven van de vrouwen in het Gravenhorst klooster, die vele generaties lang bekend stonden om hun diepe gelovigheid en hun streven naar het ideaal om een goed leven te leiden, om hun daadkracht en hun moed. Hun manier van leven schijnt soms erg alledaags, dan weer zeer onbereikbaar. We krijgen in elk geval stof tot nadenken over de invulling van ons eigen leven.